De Hubble Space Telescope.
De Hubble Space Telescope werd in 1990 gelanceerd aan boord van de Space Shuttle Discovery en in de ruimte van boord gezet. Sinsdien draait de telescoop als een kunstmaan om de aarde en op iets meer dan 600 km hoogte. Al snel bleek dat de hoofdspiegel niet de goede vorm had, waardoor de resultaten niet perfect waren. In 1993 werd de telescoop gerepareerd door bemanning van de Space Shuttle Endeavour. De telescoop, vernoemd naar astronoom Edwin Hubble is in staat om scherpe afbeeldingen van extreem verre afstanden te fotograferen. Dit kan omdat de telescoop, in tegenstelling tot die op aarde, geen last heeft van de atmosfeer die de beelden wazig maakt. Aan de telescoop zitten een paar instrumenten, zoals een infraroodcamera. Twee interessante instrumenten zijn de Wide Field Planetary Camera (WFPC) en de Faint Object Camera (FOC). Dit zijn eigenlijk de beste camera's die directe afbeeldingen maken van de objecten die ze zien. De WFPC is bedoeld voor een grote, panorama-achtige beelden van de hemel en is gevoelig voor infrarode golflengten. Met de WFPC worden gedetailleerde foto's gemaakt van verre sterren en planeten, sterrenstelsels en quasars (Het helderste en de meest verre objecten in het universum). Ook de FOC, een Europees instrument, maakt hele precieze opnamen, maar dan vooral van objecten die we vanaf de aarde niet kunnen zien omdat ze te weinig licht uitstralen. De Hubble Telescoop bewijst al jaren lang goede diensten en heeft de astronomen een schat van waardevolle informatie opgeleverd. Onder andere kwam er meer inzicht in de precieze ouderdom en de indeling van ons heelal. Het publiek raakte ook gecharmeerd van de vele prachtige en precieze beelden die onze kunstmaan naar de aarde stuurt. Een bekende foto, die door de telescoop werd genomen, is die van de Adelaarsnevel (M16). Volgens de kenners is dit de mooiste foto die tot nu toe is genomen van het universum.
De (beroemde) foto's van Hubble Space Telescope.